Stamgroepen
Op De Nieuwe Kring wordt gewerkt in stamgroepen waar kinderen van verschillende leeftijd en (leer)ontwikkeling samenwerken en spelen, net als je dat ziet gebeuren in het gezin of op straat.
De stamgroepen zijn als volgt ingedeeld:
- onderbouw voor kinderen van 4 - 6 jaar (groep 1 en 2).
In de onderbouw staat het spelen centraal. Al spelend leren de kinderen de wereld waarin ze leven te vergroten en steeds beter te doorzien. Al spelend leren ze met elkaar om te gaan, vriendschap te sluiten, een ruzie op te lossen, enz. Al spelend leren ze begrippen die later bij het leren lezen en schrijven belangrijk zijn.
- middenbouw voor kinderen van 6 - 8 jaar (groep 3 en 4).
Naast het spel krijgt ook het leren steeds meer de nadruk. Vanaf groep 3 wordt er bij lezen, rekenen, taal en schrijfonderwijs gebruik gemaakt van methoden. De kinderen krijgen een dagtaak op. Aan het eind van de middenbouw kunnen de kinderen o.a. een verhaaltje schrijven, kennen ze de tafels en is er een begin gemaakt met begrijpend lezen.
- tussenbouw voor kinderen van 8 - 10 jaar (groep 5 en 6).
De basisvaardigheden worden al in redelijke mate beheerst. Er gaat nu meer gewerkt worden aan het taakbewustzijn. Met de kinderen wordt hier dan ook nadrukkelijk over gesproken.
- bovenbouw voor kinderen van 10 - 12 jaar (groep 7 en 8).
Het leren wordt nu 'zakelijker' benaderd. Er wordt ook meer van het taakbewustzijn van het kind gevraagd. Er wordt gewerkt met weektaken.
Overgaan en bouwverlenging
De verschillen in de stamgroepen dragen bij aan de sfeer en de aard van de activiteiten in de verschillende bouwen. In samenhang daarmee bepaalt niet de kalender, maar het rijpheidcriterium welke kinderen naar een volgende bouw overgaan. Is het kind cognitief, motorisch, qua werkhouding/spanningsboog en sociaal emotioneel in staat om de stof en het aanbod van de volgende bouw aan te kunnen?
Dit blijkt deels uit informatie van het leerlingvolgsysteem, deels is dit een item waarover de leerkracht (en soms de intern begeleider) met ouders van gedachten wisselt om tot een goede besluitvorming te komen.
Een kind groeit in de stamgroep toe naar de stof, de taken, het niveau en het 'klimaat' van de volgende bouw. Kinderen voor wie het schoolse leren in aanleg een 'peulenschil' is kunnen de midden- of tussenbouw ook in een sneller tempo doorlopen, om dan in de bovenbouw breder en dieper met het leerstofaanbod aan het werk te gaan. Aan kinderen die wat meer tijd nodig hebben voor de leerstof wordt een bouwverlenging aangeboden.
Bouwverlenging betekent dat een kind wat meer tijd krijgt om zich de leerstof eigen te maken. Het ontwikkelt zich in dat extra jaar door in de vertrouwde omgeving van de eigen bouw en kan daarbij misschien al een stukje voorwerk doen voor de leerstof in de volgende bouw.
Samenstelling van de groepen
Bij elke bouwovergang kijken we hoe de stamgroepen het meest optimaal worden ingedeeld en proberen we alle kinderen die plek te geven waar ze het meest optimaal kunnen functioneren en leren. Dat is dus anders dan in het reguliere onderwijs, waar je acht jaar lang tot dezelfde kinderen 'veroordeeld bent'. Het voordeel is dat een kind zichzelf in elke stamgroep weer opnieuw kan 'uitvinden'.
Een timide jongste kleuter kan groeien tot een ondernemende jongste middenbouwer, omdat hij inmiddels geleerd heeft dat hij ook de oudste in een groep kan zijn. Geleerd heeft de jongere kinderen, die het allemaal nog niet weten, te helpen. Dat maakt dat je jezelf niet zo onzeker voelt als je in een volgende bouw weer de jongste bent en nog niet alles kunt overzien.
De Nieuwe Kring heeft 4 onderbouw stamgroepen, 4 middenbouw stamgroepen, 4 tussenbouw stamgroepen en 3 bovenbouw stamgroepen.